PACEMAKER EN AICD
Een hartritmestoornis is een verstoring van het normale hartritme. De oorsprong van een hartritmestoornis kan zich in verschillende plaatsen in het hart bevinden.
Een ritmestoornis kan bestaan uit: een of enkele extra hartslagen; een volledig onregelmatige hartslag; een te snelle hartslag; een te trage hartslag.
Bij vermoeden van een ernstige aandoening of bij twijfel zal de arts je doorverwijzen naar een hartspecialist (cardioloog). Die zal verder onderzoek verrichten zoals: een ECG tijdens inspanning; een ECG-opname gedurende 24 uur (Holter); een echografie van het hart; zo nodig een onderzoek van de kransslagaders.
Je komt in aanmerking voor een pacemaker in geval van:
* te traag hartritme met klachten (symptomatische bradycardie): een duidelijk bewijs tussen een traag hartritme en klachten (duizeligheid, flauwvallen) is de belangrijkste reden om een permanente pacemaker te plaatsen. Het is belangrijk om eerst de andere oorzaken van een te traag hartritme uit te sluiten en deze zo nodig te behandelen.
* aangetaste geleidingsknoop in de voorkamers (sinusknoopdisfunctie): te trage hartslag, met symptomen van duizeligheid, flauwvallen of hartinsufficiëntie, of onvoldoende reactie van het hart op inspanningen.
* verstoorde geleiding van de voorkamers naar de kamers (atrioventriculair blok).
Je komt in aanmerking voor een ICD bij levensbedreigende hartritmestoornissen en om een plotse hartdood te voorkomen, en heeft dus een preventieve functie. Die preventie kan primair zijn, om complicaties te voorkomen die er nog niet (geweest) zijn, of secundair, om herval te voorkomen van eerdere complicaties.