Afspraak Maken
Online afspraak

Afspraak via telefoon:

Aalst

053 72 84 84

Ninove

054 31 20 61
Share

AANDOENING: RITMECHIRURGIE​

AANDOENING: RITMECHIRURGIE​

PACEMAKER EN AICD

Een hartritmestoornis is een verstoring van het normale hartritme. De oorsprong van een hartritmestoornis kan zich in verschillende plaatsen in het hart bevinden.
Een ritmestoornis kan bestaan uit: een of enkele extra hartslagen; een volledig onregelmatige hartslag; een te snelle hartslag; een te trage hartslag.

Bij vermoeden van een ernstige aandoening of bij twijfel zal de arts je doorverwijzen naar een hartspecialist (cardioloog). Die zal verder onderzoek verrichten zoals: een ECG tijdens inspanning; een ECG-opname gedurende 24 uur (Holter); een echografie van het hart; zo nodig een onderzoek van de kransslagaders.

Je komt in aanmerking voor een pacemaker in geval van:
* te traag hartritme met klachten (symptomatische bradycardie): een duidelijk bewijs tussen een traag hartritme en klachten (duizeligheid, flauwvallen) is de belangrijkste reden om een permanente pacemaker te plaatsen. Het is belangrijk om eerst de andere oorzaken van een te traag hartritme uit te sluiten en deze zo nodig te behandelen.
* aangetaste geleidingsknoop in de voorkamers (sinusknoopdisfunctie): te trage hartslag, met symptomen van duizeligheid, flauwvallen of hartinsufficiëntie, of onvoldoende reactie van het hart op inspanningen.
* verstoorde geleiding van de voorkamers naar de kamers (atrioventriculair blok).

Je komt in aanmerking voor een ICD bij levensbedreigende hartritmestoornissen en om een plotse hartdood te voorkomen, en heeft dus een preventieve functie. Die preventie kan primair zijn, om complicaties te voorkomen die er nog niet (geweest) zijn, of secundair, om herval te voorkomen van eerdere complicaties.

Pacemaker

Pacemaker

Een pacemaker registreert het hartritme en geeft impulsen wanneer het ritme onder een bepaalde drempel zakt.

  • Je komt in aanmerking voor een pacemaker in geval van:
    te traag hartritme met klachten (symptomatische bradycardie): een duidelijk bewijs tussen een traag hartritme en klachten (duizeligheid, flauwvallen) is de belangrijkste reden om een permanente pacemaker te plaatsen. Het is belangrijk om eerst de andere oorzaken van een te traag hartritme uit te sluiten en deze zo nodig te behandelen.
  • aangetaste geleidingsknoop in de voorkamers (sinusknoopdisfunctie): te trage hartslag, met symptomen van duizeligheid, flauwvallen of hartinsufficiëntie, of onvoldoende reactie van het hart op inspanningen.
  • verstoorde geleiding van de voorkamers naar de kamers (atrioventriculair blok).

AICd’s

Ritmechirurgie

De hartspier trekt samen onder invloed van een elektrische prikkel. Deze ontstaat in een speciale zenuwknoop, de sinusknoop, die in de hartwand ligt van de rechtervoorkamer. Van daaruit wordt de elektrische stroom verder geleid door heel de hartspier. Er kunnen afwijkingen ontstaan in dit systeem, zodat de prikkels niet meer regelmatig gevormd worden, te traag, te snel of helemaal niet meer. Dit kan onschuldig zijn, maar kan ook levensbedreigende vormen aannemen. Sommige afwijkingen kunnen gecorrigeerd worden met een zogenaamde implanteerbare cardiovertor-defibrillator (ICD), een apparaatje dat ingeplant wordt en een elektrische stroom door het hart kan sturen. Op die manier kan het normale hartritme hersteld worden. Met dit apparaat kan ook de eigen activiteit van het elektrisch systeem kortgesloten worden als er een eigen levensbedreigend ritme wordt gedetecteerd. Het systeem wordt dan als het ware gereset om daarna weer zijn normale activiteit te hernemen. Deze apparaten zijn iets groter dan een pacemaker.

Complexe PM en AICD chirurgie

Net zoals bij elke vorm van implantaat kunnen er ook bij PM en AICD toestellen complicaties optreden. Meestal gaat het hier om een infectie van het toestel en zijn geleidingsdraad (of lead) of breuken thv. de geleidingsdraad. Vaak dient om dit te oplossen het toestel en geleidingsdraad verwijderd te worden. Het verwijderen van de geleidingsdraad vereist de nodige ervaring gezien de mogelijke complicaties. Dit kan gebeuren langs de oorspronkelijke implantatieplaats of langs een catheter in de lies.

Rond deze problematiek is er een grote expertise over de jaren opgebouwd op de dienst Vaat- en Thoraxheelkunde. Tevens beschikken we over de nodige materialen om al deze extracties of verwijderingen tot een goed einde te brengen zoals een lasertoestel en specifieke catheters.